woensdag 2 november 2011

Prachtige middag in IJlst










Hallo zeer ge-interesseerde bloglezers,


Op 23 oktober j.l. ben ik alweer weggeweest. Deze keer naar IJlst. Het was die zondagmiddag trouwens prachtig weer. En het was niet eens koud. Dat leek het alleen maar. Was dit dan de laatste prachtige herfstdag van dit jaar? Ok komen er nog een paar? In IJlst aangekomen, zag ik vlak bij het station, midden op de rotonde een opmerkelijk object staan. Het was de reuzenbeitel van Nooitgedagt. Daar maakte ik gelijk een foto van (de bovenste van de 3). In 2007 ben ik ook al eens in IJlst geweest - toen met een paar vrienden uit Groningen. Toen stond die beitel nog voor het nieuwe kantoor van de firma Nooitgedagt op het industrieterrein. In het oude fabriekspand in het historische centrum van IJlst was toen net het museum over het bedrijf Nooitgedagt - waar schaatsen, beitels, gereedschappen en houten speelgoed werd gemaakt - geopend. Mijn vriend uit Groningen vond dat toen hartstikke leuk; hij had de dag van zijn leven. Dat was begrijpelijk. Hij had vroeger gewerkt in de winkel van zijn vader in Groningen. Die verkocht daar ijzerwaren, gereedschappen, en tijdens strenge winters ook schaatsen van de fabriek Nooitgedagt uit IJlst. Daarom kende hij die fabrieksnaam heel goed.

Maar op deze dag ging mijn belangstelling niet uit naar het museum over de firma Nooitgedagt, maar naar het oude historische stadje IJlst. Het stadje heeft in 1268 stadsrechten gekregen. Nadien ontwikkelde het stadje overzeese handelsbelangen. Vandaar het schip in het wapen van IJlst. Overigens hielden de inwoners van IJlst zich in de Middeleeuwen ook bezig met het ontginnen van het omringende veenland. Het is tegenwoordig eigenlijk wel een erg klein stadje met circa 3220 inwoners. Grouw is met 5630 inwoners duidelijk groter, maar is toch een dorp. Dat doet ietwat merkwaardig aan. IJlst bestaat in oorsprong uit een gracht - de Ee - die dwars door het hele stadje loopt met aan weerszijden de woonhuizen. Curieus is dat de weg direct voor de huizen langs loopt en dat aan de overkant van de weg - dus op de oevers van de gracht - de tuinen liggen. Omdat je de weg moet oversteken om er te komen, heten ze overtuinen. Het oogt allemaal zeer knus en fotogeniek. Onderweg passeerde ik het huis De Messingklopper. Dat is een oud pand met een fraaie gevel uit 1669. Tegenwoordig is dat pand bezit van de Stichting Hendrik de Keijser. Halverwege mijn wandeling langs de gracht maakte ik de middelste foto. Daarop zie je de stadsgracht met de leilinden en de overtuinen. Van links naar rechts zie je boven de leilinden uitsteken: de toren van de Hervormde Kerk, de pijp van de voormalige fabriek van Nooitgedagt, en het voormalige stadhuis van IJlst. Helemaal aan de zuidkant van IJlst aangekomen, stak ik een brug over, waarna ik ineens tussen de weilanden stond. Een gekke gewaarwording.

Daarna wandelde ik terug, sloeg een zijstraat in en kwam via een fietspad richting Sneek uit bij de bekende windmolen de Rat. Zoals op de derde foto te zien is, is dat een grote houtzaagmolen die op zaterdagen ook open was voor het publiek. Helaas was ik hier op zondag. Maar nu wist ik hoe ik er kon komen en heb ik een doel voor een volgende dagtocht naar IJlst. Die molen de Rat is trouwens van oorsprong afkomstig uit de Zaanse Schans. Dat gebied zou je nu achteraf kunnen omschrijven als het oudste industriegebied van Nederland. Ten tijde van de Gouden Eeuw zijn er bij Zaandam vele tientallen windmolens verrezen. Momenteel staan er nog maar een paar en zijn het museumstukken, allemaal onderdeel van het openluchtmuseum de Zaanse Schans. In 1828 werd de Rat in Zaandam afgebroken en verkocht naar IJlst en daar heropgebouwd. Over hergebruik en recycling gesproken: daar wisten ze in die tijd goed raad mee. Er werd duidelijk niet veel weggegooid en vernietigd.

Nadat ik alles bekeken had in IJlst wandelde ik terug naar het station en nam de trein terug naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten